Op school is het speelgoedmiddag. Dan neem je je eigen speelgoed mee om samen met de andere kinderen mee te spelen. En om je mooiste speelgoed te laten zien, natuurlijk.
Ik weet allang wat mijn mooiste speelgoed is: de grote rode auto van mijn broer. Alle jongens willen met me spelen. Ze zijn ook een beetje jaloers op mijn mooie auto. Dat snap ik wel: hun auto’s zijn lang niet zo cool als de mijne.
Even ga ik bij de meisjes zitten en laat mijn auto zien. Maar de meisjes willen niets van me weten, en al helemaal niet van mijn auto.
‘Jij mag niet met ons mee spelen,’ zegt een van hen. ‘Want jij hebt geen pop mee.’
De rest van de middag speel ik met de jongens. Op speelgoedmiddag neem ik nooit meer speelgoed mee van mijn broer. Ik neem een willekeurige pop mee. En loop af en toe over naar de jongens. Die vinden het niet erg dat mijn mooie rode auto is thuis gebleven.
